Stadsgedichten
Lees hier alle gedichten die onze stadsdichters voor en over Nijmegen schreven.
De gedichten staan chronologisch geordend, beginnend bij de meest recente.
Uitgelicht gedicht
Dukenburg
Ik kwam door de tuin;
jij wist dat ik zou komen
ik volgde door de schemering langs eeuwenoude bomen
het dichtbegroeide pad
Nijmeegse stadsgedichten
Schemerleven
Je bleef te kortom te kunnen voelenhoe warm wangen zijn. Hoe verlangen somsnaar een glas water smaakt. Wat er na
Andermans ogen
Thuis hoor ik niet meerdat de kachel tikten de kraan drupt. Van mezelf zie ik enkelwat ik gewend bente herkennen,
BOTTENDAAL
In dertig jaar is Bottendaalgebouwd vóór WO.I uitbreekt.Klein maar sterk, de vestingindachtig waaruit het ontsproot,geen ‘dal der botten’ meermaar wakker
LUX
Er zij licht: goddelijke wens die door deeeuwenoude stad vervuld werd; velenkomen eropaf om zich te laven aan debron van
TUINFEEST
Kom buiten! want vandaag geen ‘eigen tuin’,het hek staat aan, de hond ligt vast, weeswelkom in ons vrij domein. De
BETHLEHEM
Een heuvel tilt je uit het leven van de oude Waalstadin de stilte. Smal is de doorgang naar het laatste