Proefpersoon, drieluik

kijken

Het vreemde huis van taal betreden.
De grote wetenschap begint
in een kamertje omsloten door gordijnen:
je luistert naar haar behoedzame zinnen
bent als het tafeltje waaraan jullie zitten.

Zogauw ze niet op een woord kan komen
schuift haar hand over het blad, haar gezicht
licht op als een klein gebaar het terugbrengt.

Je buigt je naar haar toe om beter te horen
wat je gaat vergeten.

Dat het niet de woorden zijn
maar hoe ze haar hand bewoog en erbij keek.

lezen

Vier letters op het scherm en even geloof je
je ogen niet, zo helder als ze er staan
en toch geen woord, samen enkel zonderling.

Het vreemde huis van taal betreden
de grote wetenschap begint
in een kleine kamer, benauwd en zweterig
de letters overrompelen je
misschien wel twee seconden.

Iemand meet hoe snel je denkt en hoe
bekwaam. Proef gedaan, haast onnodig nog

een persoon te zijn
je naam mag wegzakken in de tabellen.

luisteren

Het vreemde huis van taal betreden
om te ontdekken dat je in gemompel
woorden vindt, het nauwelijks hoorbare
compleet maakt. De grote wetenschap begint

in een kleine kamer, benauwd en zweterig.
Zonderling ontwricht komen de zinnen aan
verdraaide klanken overrompelen je
misschien wel twee seconden.

Iemand meet hoe snel je denkt en hoe
bekwaam. Proef gedaan, haast onnodig nog

een persoon te zijn
je naam mag wegzakken in de tabellen.

(2014 op verzoek van Bibliotheek Gelderland-Zuid voor de poëzieweek)