Denk nog eens aan je eerste paar;  
afdankertjes van je broer of gloednieuwe 
met noppen die klonken alsof de wereld 
aan je voeten lag. Aan middagen in de regen 
waarop je niet doorhad dat het goot, 
want alles stroomde. Aan de kreten van je maten 
die als wolkjes uit hun monden dreven, in de lucht  
bleven hangen in het vrieskoude donker. 
Denk nog eens aan het veldje met twee jassen 
om het doel te markeren, aan het pleintje, 
die ene Panenka, je mooiste panna, de tegenstanders 
die na het potje gewoon je vrienden weer waren. 
Je hebt het tot de Bloedkuul geschopt, je hebt gevochten 
en overwonnen. Het publiek uitzinnig, promotie je deel. 
Hou het in Ere, het stromen, het spel om het spelen 
– alle duimen wijzen omhoog. 
(Achtste stadsgedicht, geschreven ter ere van de promotie van NEC naar de Eredivisie, gepubliceerd in De Gelderlander op 4 april 2015)