Er zijn ontelbaar veel mensen op de wereld.
Sommigen hebben namen die jij en ik
onmogelijk uit kunnen spreken.
Onze mond en onze lippen
zijn die klanken niet gewend.
Zij wonen in steden met namen
die we waarschijnlijk nooit helemaal
goed onder de knie zullen krijgen.
Whdyeby bijvoorbeeld. Of Ywpdlu.
Bexmndpfnbewdoiksindylfjewd.
In die steden spreken de mensen
een taal die we niet kunnen verstaan.
En zij zullen onze klanken niet kennen.
Maar ook zij vragen zich soms af
waar die sleutels, hoeveel geld, of een ander pijn,
wat voor jaar, wat ze nu toch precies moeten,
en waarom ze niet terugbelt
terwijl ze dat toch echt had beloofd.
(Geschreven voor de Gedichtenweek 2021, met als thema ‘samen’)