Mijn printpapier is altijd te spreken
over die teksten op zijn buik.
Op verslagen raakt hij niet uitgekeken
en ook een speech is steeds weer puik.
Een brief wordt al helemaal
met luid gejuich ontvangen
en ook met een leuke lezing
kan ik zijn lijf behangen.
Maar gedichten, nee.
Daar wil het papier sinds kort
liever niet in mee.
Mijn werkkamer blijft dus leeg
voortaan schrijf ik mijn gedichten op het papier
in de wc.
(Tijdens de Duurzaam Hengstdal)