De lijnen rond je mond vertellen zoveel
meer dan jij verzwijgen wilt. Jouw handen
spreken verre talen, op elke vingertop
een triest verhaal. In je kasboek bewaar je
de rode woorden angst en brand, rondgrijpend
koudvuur lees ik in de witregels van je blik.
elke vrijheid kent zijn oorlog
elke oorlog zijn geschiedenis
elke geschiedenis zijn herhaling
Ik zal opnieuw beginnen.
elke herhaling kent zijn geschiedenis
elke geschiedenis zijn oorlog
elke oorlog zijn vrijheid
Je komt over water, het ruisen
van zoute adem nog in de schelpen
van je oor. Je komt over land
volgt het spoor met velen naar hier,
het onverklaarbare schouwspel van je leven
en je verfrommelde god in een kapotte plastic tas.
Wat ik zou willen als ik in jouw schoenen stond
een dak, een bed, een nieuwe taal, het woord
voor een uitgestrekte hand waarop de vogel
zachtjes koerend landen mag.
(Zestiende stadsgedicht, geschreven ter gelegenheid van de Lustrumviering Vredesvlam, Vredesweek 2015. Voorgedragen in het Huis van de Compassie en bij de Lustrumviering van de Vredesvlam bij het Titus Brandsma Memorial.)