Logo Stadsdichter Nijmegen rood

JONKERBOS 

Men krijgt hier de ruimte: zeven hectare
park voor hen die weer zullen opstaan.
Een vuurtoren heft zijn eeuwige lantaarn.
Bezoekers komen en gaan door brede lanen
waarin zerken als boeken liggen uitgestald
met in hun titels weinig God, veel hart en
liefde, vrede, hemel. Dood nauwelijks, dat
spreekt voor zich of kun je hier niet maken.

Veel te jonge kinderen grenzen met hun graf-
jes aan een speelwei. Moeders diepen gaven
op uit picknickmanden, dagelijkse kost want
die hier liggen blijven jong van binnen. Hart-
verscheurend de relieken in de takken van de
dode boom die als een totempaal hun dragers
eert. In rijm praat men met de kleinen aan de
overkant alsof een vers die afstand aankan.

Er zijn er die het levenslicht niet konden halen

van de ene schoot de andere in daalden –
of in de schemer bleven steken. Wat te bevatten
van de tweeling in één graf dat ligt bezaaid met
speelgoed, in een zoete kermis is herschapen.
Het vlindert, twinkelt, tingelt, draait en zwaait.
Alles beweegt om wat vroeg tot stilstand kwam.
Het heet hier Jonkerbos: wat is in een naam?

(geschreven t.g.v. het 60-jarig bestaan van de rooms-katholieke Begraafplaats Jonkerbos te Nijmegen op 1 januari 2008; gepubliceerd in De Gelderlander van 10 januari 2008. Ook gepubliceerd in het Jubileummagazine van Memorandum, blad van Stichting Begraafplaatsen Nijmegen, maart 2009)