Dorp van een stad

KYD

Ergens ver in het oosten van het land ligt een dorp van een stad
Waar je hoort van elkaar, hoe en wat, wie en waarom.
Wat er toen en wat er nog op ons af komt.
Een dorp van een stad,
klein maar met ambitie zo veel groter dan dat.

Ga naar de markt op zaterdag en je ziet het
Je wordt gegroet alsof je jarenlang bevriend bent
Vanavond zien we ons lallend in de Drie
Op zoek naar onze Moenen of Marieken
Onze moeders waarschuwen ons voor dit soort types
gelukkig luisteren we niet.

Al moeten we kruupen,
we zien elkaar bij die marktkraam of ergens in de achterstraatjes
in de kronkels waar we gassen ademen met Duitsers en Vlamingen
kunstjes doen en wedjes leggen over rennen door dit labyrint.
Op zondagen duiken we de Waal weer eens in.
Maakt niet uit of het 0 of 52 graden is.

Vraag het de dorpen die deze stad maken waar het vanavond te beleven is. Vraag het de moeiligan die de staat van culturele evolutie niet vergeten is.
Zij die een nest vindt of op drift is tot het schemerlicht.
Slaapt als een roosje of vrolijk breblt tot de morgen gister is.
Vanaf een podium of in een park in de achtertuin op velerlei festivals
Of op illegale in de uiterwaarden maar die houden we stil anders Babylon.

‘t Is dorps hier, we kennen ons boven en onder het kanaal.
In verschillende stadia van opbouw en verval.
Al stort de tribune in, zij aan zij staan we allemaal.
Hand in hand vanuit onze kelen maken velen kameraden een hoop kabaal.

Dit dorp, deze stad
Een stomping ground voor de kaaisjouwer tot de doctorandus in maatpak.
Voor zij die de donders kan vangen op een chip.
En kan transformeren in iets wat groter dan die som der delen is.
Van delen en nemen tot alles ertussenin
Creëren, investeren of enkel speculeren.
Meningen lopen nog uiteen over wat is ondernemen.
Een ding is zeker
Links kunnen we lullen en rechts weten we wat vullen is.

Toch hebben we onze voeten in de aarde.
De stad schiet als biodynamische groenten uit de uiterwaarden.
‘t Is goed boeren in dit Waaldorpje
deze groene metropool ver in het oosten.

Asfalt wordt opengebroken als akkerland.
Tussen die kieren zaaien we dromen.
Die soms zo veel kleuren bevatten kan,
we worden er wakker van.
Om wat is, was of wat er kan komen


Het hele rattaplan, watagwan, faka shokran of apa kabar voor wie die takkie takke kan.
Want al die voeten in de aarden maakten van dit dorp een stad.
In de trant van wir schaffen das
of nie nuilen we pakken an.

Er zit hier iets in de klei, iets tussen de stenen.
Iets in het water, ‘t is moeilijk om te verklaren
Iets over-leven.
Gevormd onder druk van gletsjers, keizers en overnemers.
Weinig konden ons kraken, nog minder breken.

Soms duurt het jaren voor we die rivier kunnen oversteken.
Inmiddels zijn we veteranen in het in vier dagen meters maken.
Is dat bier of met de benenwagen.
48 lantaarns steken we elke avond aan in vredes naam maar ook om te herinneren wie zijn heen gegaan. We voelen dit tot in de puntjes van onze ledematen.

Wat Nijmegen maakt.
Van een dorp naar een stad.
klein in omvang met ambitie zo veel groter dan.
hoe en wat, wie en waarom.
wat er toen en wat er nog op ons af komt.

Vind je in het jong in het oud.

De vibe van dit alles.
Het wordt nog eens wat in het oosten van ons land.
Ik begrijp het soms nauwelijks.
Maar als je een oor te luister legt bij haar mensen vormt er zich wat
Iets blijvend, iets opbouwends
Een lofzang, voor een dorp van een stad.

Nijmegen, ik ben de jouwe.