staat lijdzaam het land versplinterd op splijten
werpt wanhoop’s moed vloeibare angst, dieprood
gedijt gistende haat tot gulzig geweld
valt langzaam het land weg in andere tijden
droomt het van later als alles weer goed
of lachende dagen toen alles nog blanco, beter
wit nog wolk of winter heette dan deze
spotlights en partytenten, schaduwlakens
als bleekblauwe sluiers om dode nummer zoveel
ligt monddood het land in scherven geslagen
graven wij kuilen meedogenloos zwijgend
kijken wij toe en tellen de lijken
Ter gelegenheid van de moord op Louis Sévèke. Verscheen in De Gelderlander (23-11-2005)