Stadsgedichten
Lees hier alle gedichten die onze stadsdichters voor en over Nijmegen schreven.
De gedichten staan chronologisch geordend, beginnend bij de meest recente.
Uitgelicht gedicht
Dorp van een Stad
Ergens ver in het oosten van het land ligt een dorp van een stad
Waar je hoort van elkaar, hoe en wat, wie en waarom.
Wat er toen en wat er nog op ons af komt.
Een dorp van een stad,
klein maar met ambitie zo veel groter dan dat.
Nijmeegse stadsgedichten
22-02-1944
ronkend brommen de motoren grommen wolken bommendragers werpen grimmig last op stad lood uit lucht slaat kerken plat de top
Nijmegen één
Een ieder heeft het zijne Den Bosch een kathedraal Lelystad lelijke pleinen Karolingers Joegoslaven Afghanen en Germanen Een ieder heeft
Op de lente
Doopt de huiskraai wittebrood in water, drijft een grauwe gans haar kroost in bad Scheert een eendenpaar voorbij, schatert kwakend
Dukenburg
Dikstenen fallussen aan ’t Maas-Waalkanaal Blokbeton uit drassig grasland opgetrokken Fletse maisonnettes, huizen in een rij of vrij Ruim met
Driekleur, halfstok
staat lijdzaam het land versplinterd op splijten werpt wanhoop’s moed vloeibare angst, dieprood gedijt gistende haat tot gulzig geweld valt
E.J. Einzelgänger
een man een man een woord een daad niet aan de kant van de kade de kermis maar aan de