Hoe we buren werden

Waar wij nu staan heette hier en de verte noemde men ginder. Tot het plots door lijnen werd verdeeld in ons en andermans gras. Een streep veel dunner nog dan niks bepaalde dat wij voortaan hetzelfde en iedereen daarachter, echt heel anders was. (Stadsgedicht geschreven naar aanleiding van de viering van de Vrede van Nijmegen.)

Jij was zoiets als kwijt

Niemand graaft om zand te vinden. We zochten jou omdat we je vergaten. Alsof we op achtergelaten jassen klopten op zoek naar wat nog niemand was verloren. En jij, stil en donker in de grond jij was zoiets als kwijt. Al wist je misschien dat wij er waren door wat je boven je hoorde zoals […]

Samenwonen

Witte kamers en een gang vol bleke dozen. Onze spullen kijken als bange hondjes omhoog wanneer we de kartonnen flappen open klappen. Zes vazen, drie theepotten, een emmer vuil bestek, een kokosnoot, een pennendoos en een afdruiprek. Een eierkoker, veerentwintig mokken, en drie verwaalde sokken. We stallen alles uit, een rommelmarkt na sluitingstijd met ons […]

Dit gedicht

Ik laat mezelf niet navertellen. Ook met je oor tegen dit raam blijf ik stil. Gedichten spreken niet uit zichzelf. Roddels doen dat en geruchten. Ik hou me koest tussen mijn woorden met geduld van beton en de kleur van wind. Haal pas adem wanneer iemand mijn letters met lippen aan elkaar knoopt. (Ter ere […]

Fietsvogel Fred

Er woont een vogel in mijn fiets. In de schaduw van de schuur doet hij nog niets. Maar op weg naar school of naar de bakker zingt Fred alle vogels wakker. Tjilpend gaan we door de duinen, over veldjes en langs tuinen. Overal waar we komen klinkt er uit de bomen: ‘Hé gezellig, daar is […]

Als ik niet meer thuis kom

Wanneer het morgen toch ochtend wordt, blijf dan niet rollen naar de koude plekken in ons bed. Doe gerust zoals je deed voor je me kende. Besmeer een boterham, schil een appel op ons stenen aanrecht en laat een vlieg naar buiten. Mis me maar niet. Vergeet me voorzichtig. Je hoeft niet verliefd te blijven […]

Sneeuw

Sneeuw De hemel was nog eenmaal vol sneeuw maar ze viel niet die nacht toen een glimlach zijn mens overleefde. (Geschreven ter nagedachtenis aan Mario van der Geijn)

Schemerleven

Je bleef te kort om te kunnen voelen hoe warm wangen zijn. Hoe verlangen soms naar een glas water smaakt. Wat er na winter komt. Dat een afgeknipte tak in een vaas blijft bloeien alsof hij zijn boom niet mist. Enkel de zon geen schaduw heeft. Hoe koeien doen. Dat het leven was wat door […]

Andermans ogen

Thuis hoor ik niet meer dat de kachel tikt en de kraan drupt. Van mezelf zie ik enkel wat ik gewend ben te herkennen, wanneer ik in spiegels en winkelruiten kijk of naar foto’s en donkere tv’s. Mij valt niets nieuws op, ik kijk naar wat ik al jaren zie omdat ik enkel mijn eigen […]

BOTTENDAAL

In dertig jaar is Bottendaal gebouwd vóór WO.I uitbreekt. Klein maar sterk, de vesting indachtig waaruit het ontsproot, geen ‘dal der botten’ meer maar wakker organisme, pleegt het openlijke muiterij – we schrijven mei ‘68 – . De oude stad moet overstag voor wat de helden willen: alle hens aan dek om Dobbelmans schuim te […]